STADSPARK
ANTWERPEN
Pers
25/03/2023
https://www.gva.be/cnt/dmf20230525_94029317/ 170.000-liter-grondwater-per-dag-stroomt-van-den-Bell-in-vijver-van-Stadspark
04/04/2023
01/03/2023
https://menl.be/home#/magazine/2023/2%20(jg.%2042)herstel-historische-stadsvijver-in-zicht
30/11/2022
28/11/2022
28/11/2022
https://www.standaard.be/cnt/dmf20221128_98062605/water-uit-schijn-voedt-Zoo-en-Spoorpark
29/09/2022
21/08/2022
22/06/2022
27/05/2022
https://www.standaard.be/cnt/dmf20220526_97723258/goudvissen-blijken-bloeddorstige-durfallen
17/05/2022
04/05/2022
14/03/2022
https://www.gva.be/cnt/dmf20220311_94094681/de-synagoge-van-'t-Stad-dreigde-in-twee-te-scheuren
22/02/2022
https://www.gva.be/cnt/dmf20220222_93748427/grondwater-onder-den-bell-voedt-vijver-stadspark
18/02/2022
02/02/2022
17/01/2022
28/12/2021
https://cgconcept.be/open-brief-over-herstel-vijver-in-stadspark-antwerpen
15/12/2021
https://www.gva.be/cnt/dmf20211215_96292854/open-brief-voor-herstel-van-waterpeil-vijver-stadspark
01/08/2021
https://menl.be/home#/magazine/2021/4%20(jg.%2040/redt-erfgoed-antwerpen-van-uitdroging? *(Zie onderaan)
08/06/2021
27/11/2020
https://www.standaard.be/cnt/dmf20201126_98107969/chemie-bespaart-drinkwater-met-eigen-waterfabriek
14/11/2020
https://www.gva.be/cnt/dmf20201112_96913163/antwerpen-in-teletijdmachine/elk-plein-zijn-fontein
07/10/2020
https://www.gva.be/cnt/dmf20201006_96157902/nooit-meer-lege-vijver-in-stadspark
29/09/2020
17/09/2020
https://www.ft.com/content/fd31f151-d2e8-4045-98e7-0e61e227fac2 /swimming-in-history-at-Hever-Castle
21/08/2020
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/08/17/zwemmen-in-open-water
20/08/2020
14/08/2020
13/08/2020
12/08/2020
22/06/2020
21/06/2020
https://atv.be/nieuws/antwerpen-wil-het-water-van-rivier-het-schijn-opnieuw-gaan-gebruiken-100443
20/05/2020
08/05/2020
27/04/2020
www.standaard.be/cnt/dmf20200426_04935285/maak-van-de-vlaamse-klei-een-spons
24/04/2020
www.standaard.be/cnt/dmf20200423_04932913/droogte-zal-echt-bijten
18/02/2020
www.nieuwsblad.be › cnt › dmf20200215_04849631 › restauratie-van-brug-stadspark-start-maandag
29/01/2020
www.standaard.be › cnt › dmf20200128_04825304 ›stad-houdt-inzamelactie-voor-restauratie-van-rotsen-in-park
25/01/2020
www.nieuwsblad.be › cnt › dmf20200124_04820528 › antwerpen-stadspark-wordt-in-oude-glorie-hersteld
24/01/2020
23/11/2019
15/11/2019
30/07/2019
https://www.apache.be/2019/07/30/stadsvijver-kan-antwerpen-redden-van-uitdroging
13/07/2019
www.standaard.be/cnt/dmf20190712_04507669/ in-het-groot-schijn-zwemmen?-Te-vroeg
28/06/2019
https://issuu.com/aquafin/docs/aqua_2019_2_def /groot-schijn-van-open-riool-tot-visrijke-rivier
24/05/2019
www.demorgen.be › nieuws › chronische-verwaarlozing-in-antwerps-stadspark:-van-droge-vijver-tot-gedumpte-konijnen
25/07/2018
06/07/2018
https://www.gva.be/cnt/dmf20180706_03600846/s.pa-doet-opmerkelijk-voorstel-om-stadspark-te-redden
*Omdat er geen online versie beschikbaar is van het artikel in Monumenten & Landschappen, geven we het hieronder integraal weer.
ADRIAENSSENS G., Redt erfgoed Antwerpen van uitdroging?, Monumenten en Landschappen, augustus 2021, jaargang 40 nr.4, p. 79-81.
Het Antwerpse Stadspark vormt een zeldzaam hoogtepunt in de geschiedenis van de Belgische landschapsarchitectuur. Het is een uniek voorbeeld van een tot stadspark omgevormde vesting naar ontwerp van de Duits-Belgische landschapsarchitect Edouard Keilig (1827-1895). Met zijn glooiende heuvels, rotspartijen en slingerende paden rondom een sierlijke waterpartij, geldt het als toonbeeld van de 19de-eeuwse laatlandschappelijke stijl. Maar omdat de parkvijver geregeld droog kwam te staan, was er de laatste jaren heel wat te doen over de mistroostige staat van het park. Vandaag wordt een herwaarderingsplan opgemaakt en wordt onderzocht hoe de historische link tussen de rivier de Schijn en de stadsvijver kan worden hersteld. Zo kan niet alleen het water van de vijver weer op peil worden gebracht, maar ook de Antwerpse binnenstad van uitdroging worden gered.
Een droge vijver
Bijna 400 jaar lang werd Antwerpen bevoorraad met drinkwater van de Schijn. Het water van de Schelde -een getijdenrivier- was immers brak. Sinds de aanleg van de Herentalse Vaart in 1491 werd het rivierwater van de Schijn, vanuit Wommelgem en langs de huidige Plantin en Moretuslei, afgeleid naar de binnenstad. Later stroomde het de stad in via de vestinggracht van de Lunet Herentals. Dit vooruitgeschoven driehoekig bastion werd in 1867 door Keilig omgevormd tot een stadspark met sierlijke waterpartij. Aan de oever van de vijver plaatste Keilig een kunstmatige rotsformatie met grot, waarlangs het water van de Schijn de vijver in kon stromen. Met deze grot voorzag hij meteen ook in een ijkpunt voor het waterpeil van de vijver. Na het dempen van de Herentalse Vaart, in 1931, werd de stadsvijver niet langer gevoed met water van de Schijn. Hierdoor zakte de waterspiegel langzaamaan tot op het niveau van het grondwaterpeil. Het vijveroppervlak raakte bijna gehalveerd en het eiland werd een heuvel op het droge. Bovendien werd steeds meer grondwater weggepompt: aan de Antwerpse Ring, bij grote bouwwerkzaamheden, in vele kelders en parkings. Met als gevolg dat de vijver de jongste jaren geregeld droog stond.
Meer dan een monument
In 2010 werd het Antwerpse Stadspark als monument beschermd. Volgend op deze bescherming werd in 2018 een Onroerenderfgoedbeheerplan opgemaakt. Als doelstelling werd onder meer de restauratie van het oorspronkelijke waterpeil van de vijver vermeld. Hoe dit precies gerealiseerd kon worden, was niet meteen duidelijk. Uit studies bleek namelijk dat enkel een beperkt herstel van het vijverwaterpeil haalbaar was. Waar mogelijk moest de bodem in de omgeving van het Stadspark worden onthard en zoveel mogelijk hemel- en grondwater naar de vijver afgeleid. Het voeden van de vijver met water van de Schijn werd nooit ernstig overwogen, omdat hiervoor een afstand van circa 4,5 km moest worden overbrugd. En een halve stad opbreken omwille van de restauratie van één 19de-eeuwse vijver? Zo groot was de liefde voor het erfgoed nu ook weer niet.
Toch werd het idee nooit helemaal van tafel geveegd. Er was in de binnenstad immers meer aan de hand waarvoor het herstel van de historische verbinding een oplossing kon bieden.
Enerzijds was er het toenemend aantal droogteperiodes met alle gevolgen van dien voor het grondwaterpeil en de bomen in de stad. Anderzijds werd het steeds dringender om de verspilling van kostbaar drinkwater tegen te gaan. Er was met andere woorden een duidelijke nood aan een bijkomende watertoevoer naast het drinkwaternet.
Toen het stadsbestuur in het kader van de klimaatadaptatie, een onderzoek liet uitvoeren naar de aanleg van een tweede, laag kwalitatief of grijswaternet onder het stadscentrum, ging men op zoek naar een voeding voor dit waternet. En wat was er makkelijker dan dit grijswaternet te voeden met het water van de stadsvijver... uiteraard op voorwaarde dat die permanent kon worden aangevuld. Dit was overigens geen nieuwigheid. Vroeger had de stadsvijver steeds in verbinding gestaan met de ruien en was zo een belangrijke schakel geweest in het Antwerpse watersysteem. Overtollig vijverwater stroomde weg via twee overlopen aan de kant van de Rubenslei. Een eerste overloop, de zogenaamde Brouwersbuis, leidde het water naar het Brouwershuis. Een tweede buis liep via de Maria-Henriëttalei naar de ruien op het Blauwtorenplein, waar het water via de Wapper kon wegstromen naar de Schelde.
De geschiedenis van dit stukje erfgoed leert dus dat de vijver altijd een hydrologische functie heeft gehad. Door die functie te herstellen zou deze waterpartij opnieuw die historische rol kunnen opnemen, zij het in een nieuwe vorm. Bovendien zou doorstroming voor een betere waterkwaliteit van de vijver zorgen. Als er dus voldoende water naar de vijver kan worden geleid, kan dat niet alleen het waterpeil herstellen maar ook een bijkomende aanvoer garanderen om een grijswaternet te voeden. Er is met andere woorden meer dan één goede reden om de eeuwenoude link met de Schijn te herstellen. Via deze verbinding kan de stadsvijver een duurzaam antwoord bieden op het watertekort in de hele binnenstad.
Een spooraquaduct
In Antwerpen-Noord, ter hoogte van het Sportpaleis, worden jaarlijks miljarden liters zoet water naar de Schelde gepompt. Zowel het rivierwater van de Schijn, het gezuiverde rioolwater of effluent van Aquafin, als het grond- en hemelwater van de Antwerpse Ring, worden hier, via het Albertkanaal en de havendokken, onbenut afgevoerd richting Schelde.
Tot in een vrij recent verleden zou geen Antwerpenaar eraan gedacht hebben om een vijver of een grijswaternet te voeden met water van de Schijn. Door de vele lozingen van afvalwater van de industrie langs het Albertkanaal was deze rivier tot in de jaren '90 een stinkende open riool. Maar dankzij jarenlange inspanningen is ze vandaag opnieuw springlevend. Bij een laatste onderzoek naar vissoorten vond men er karpers, brasems, giebels, snoek, zeelten, roofbleien, windes, voorns, paling en stekelbaars. Ook het effluent van het zuiveringsstation kan, met een beperkte bijkomende zuivering, geschikt worden gemaakt om het grijswaternet te bevoorraden. Dit circulair maken van het Antwerpse watersysteem is overigens een uitdrukkelijke doelstelling in een studie over de Antwerpse waterhuishouding, het Waterplan.
De vraag blijft echter hoe dat water naar het Stadspark wordt geleid? Het antwoord hierop is een spooraquaduct. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, gaat het hier niet om een dure, nieuwe constructie, maar om een zeer haalbare en betaalbare oplossing. Door maximaal gebruik te maken van de bestaande infrastructuur kan een persleiding met een diameter van circa 25 cm, op eenvoudige wijze de verbinding maken met het centrum, zonder dat de halve stad moet worden opgebroken. Vanuit het pompstation Schijn en via een ongebruikte tunnelkoker onder de Antwerpse Ring zou een leiding langs het talud van de spoorweg worden aangelegd. Ter hoogte van Borgerhout kan die leiding op de hoger gelegen spoorzate komen te liggen om zo de bocht te nemen richting Centraal Station. Via de Brialmontlei zou de leiding uiteindelijk toekomen in het Stadspark. Onderweg zouden ook Park Spoor Noord, Park Spoor Oost en het nieuw geplande park aan Zurenborg van water kunnen worden voorzien. Een dagelijks debiet van 5000 m3 zou volstaan om parken, vijvers en fonteinen te bevoorraden, én te voorzien in de toiletdoorspoeling (20% van het drinkwaterverbruik) van zowat 30.000 gezinnen.
Bocca
Dat een onderzoek naar het herstel van een beschermd erfgoed kan bijdragen tot de oplossing van een breder waterprobleem van een stad, is niet alledaags. Het hier besproken voorstel maakte deel uit van het kunstproject Bocca, waarin een onderzoek naar de monding van de Schijn centraal stond. Toen ik, samen met het buurtcomité Stadspark, in 2018 het idee van een spooraquaduct formuleerde, hadden we niet verwacht dat het nog datzelfde jaar zou worden opgenomen in het Antwerpse bestuursakkoord. In 2020 besliste het stadsbestuur om het voorstel verder te laten onderzoeken. De opdracht hiervoor werd toegewezen aan studiebureau Witteveen+Bos.
Hopelijk kunnen de Antwerpenaars binnenkort opnieuw genieten van een volle stadsvijver, waar de oeverbeplanting weer langs de waterlijn komt te staan, het eiland als broedplaats voor watervogels is hersteld en de grot in het park voor het eerst in bijna honderd jaar opnieuw de 'monding' van de Schijn vormt.
Hieronder ook nog een krantenartikel dat we terugvonden in het Felixarchief. Gezien het pleidooi voor de inrichting van een verbruiksruimte (De Melkerij) dateert het artikel vermoedelijk van ca. 1933. De heer Wilms waarnaar wordt verwezen, is de socialistische schepen, John Wilms (1893-1978).
Enerzijds wordt er gepleit om de nodige aanpassingen te doen aan het park om het kindvriendelijker te maken, anderzijds worden de voorstanders van het behoud van het oorspronkelijke parkconcept nogal makkelijk weggezet als 'vrienden van de rustieke rust'.
De mooie plekjes van Antwerpen
De veranderingen aan het Stadspark
Een manier om het nuttige aan het aangename te koppelen, zonder aan het rustiek poëtische karakter van deze prachtige tuin te raken.
Het project van de gemeente om in het Stadspark een speelplein, een bruisende plek voor kinderen, een melkerij en plezierbootjes op de vijver, in te richten, is aan de orde van de dag in de Antwerpse actualiteit. Onze burgers houden niet enkel van deze prachtige tuin, maar zijn terecht trots op zijn mooie voorkomen en dus zou er niets gewijzigd mogen worden aan hun buitenverblijf.
We kunnen, verwijzend naar onze dagelijkse berichten, nogmaals de waarheid van het oude adagio van de voortreffelijke La Fontaine vaststellen: 'het is moeilijk om iedereen en uw vader te plezieren...'
Onder onze lezers bevinden zich diegenen die zonder voorbehoud applaudisseren voor het project van het college dat door schepen Wilms naar voor werd geschoven om in het park recreatieve zones in te richten. Het park is erg mooi maar ook mistroostig zegt men; de bosrijke gazon is dan wel charmant, maar ook levensloos en de vijver roept de melancholie op van stille waters. De setting is dan wel weelderig maar er heerst een nostalgische verveling. Wat ontbreekt is het leven en de animatie van de Engelse parken en de Parijse publieke tuinen.
Enkel katten en wat verliefde stellen verwelkomen er 's avond de verlatenheid en duisternis.
Anderzijds missen onze kinderen speelpleintjes. Ze hebben geen enkel plekje waar ze zich kunnen uitleven, zoals in Brussel bij de plezierbootjes. Dus zijn ze verplicht om rond te hangen op plaatsen waar openbare werken plaatsvinden en te spelen tussen het zand en het grind van de wegenwerken. De forten en het Middelheimpark zijn te ver weg van de centraal gelegen dichtbevolkte buurten. Het Stadspark biedt de unieke mogelijkheid om aan dit tekort te verhelpen. Waarom zou men hier niet van profiteren in het algemeen belang?
Het roeien op de vijver, wat in de meeste openbare parken in het buitenland reeds gebeurt, zou ontegensprekelijk een sierlijke meerwaarde bieden voor de aantrekkingskracht van de tuin. Deze pragmatische argumenten zijn zeker waardevol. Ze worden echter door anderen weggewuifd om sentimentele en esthetische redenen die zich laten samenvatten in de mening dat het project van het college neigt naar niets minder dan het wegnemen van het zachte poëtische karakter van het park dat tot op heden een groene oase van rust was in het centrum van het hectische tumult van het moderne leven.
Het is hierbij interessant te vermelden dat de 'Vereniging voor Natuur- en Stedenschoon' protesteerde bij het college tegen het project dat ons park omvormt tot een plek van amusement en sport, zonder rekening te houden met het specifieke karakter van het park en onvermijdelijk de schoonheid en de rustieke kalmte zal aantasten. De vereniging zei eerder dat hiervoor de terreinen van de oude forten meer geschikt zijn en bijgevolg heeft ze het college gevraagd om een oplossing in die richting te zoeken.
Er is maar één manier om de mening van de geïnteresseerde Antwerpenaar te kennen: het referendum.
Een onderhandelde oplossing:
Naar de mening van talrijke experts, die tegemoet willen komen aan zowel de wensen van bruikbaarheid als aan de gevoeligheden van de vrienden van de rustieke rust, zou het niet zo moeilijk zijn om een oplossing te vinden, als sommigen zich wel zouden voorstellen. Het is een kwestie van gezond verstand dat het niet de bedoeling is om het ganse park om te vormen in een recreatief attractiepark, iets wat ook zeker niet de intentie is van het college. Anderzijds valt er zeker iets te zeggen voor het meer jeugd- en kindvriendelijk maken van deze weelderige binnentuin.
Wat is dit compromis dat, als we dit mogen zeggen, de kool en de geit spaart? Het toont zich in de huidige inrichting van het park en een bezoekje ter plaatse zal de felste supporters van het ene of andere extreem overtuigen, meldde ons een vriendelijke lezer, wiens mening we hier zullen weergeven.
Sinds een aantal jaren is het Stadspark verdeeld in twee onderscheiden zones. De ene, gelegen tussen de Van Eycklei en de vijver en gekenmerkt door haar rust en melancholische zoetheid, waar we vooral niet aan moeten raken. De andere omvat de vlakte rond de kiosk, de chalet die voorbehouden is aan het onderhoudspersoneel en de omgeving van het eerste deel van de Rubenslei tot aan het Congo-monument. Deze driehoek is al geruime tijd het geliefde territorium van de kinderen, een kleine levendige zone waar kindermeisjes en moeders makkelijker blijven hangen dan in de 'paden der zuchten'. Inderdaad, gisterenmiddag, waren er nog honderden kinderen rond de kiosk aan het dollen onder de zinderende kastanjebomen. Hier is het van belang om een comfortabele en fraaie recreatieve ruimte in te richten.
De indeling van deze plek is perfect. Een paar ton zand en grind aan de zijkant van het kastanjebos en daar is je ideale speelplein; de omvorming van de zielige chalet van het onderhoudspersoneel in een keurige melkerij met enkele tafels op het aangrenzende beboste gazon; een rustieke schuur die pony's en ezelsveulentjes zou huisvesten; een verblijf voor pluimvee in de buurt..., schommels, trapezes, enz.; twee of drie keer per week een openlucht concert in de kiosk en zie daar, het park met de recreatieve zone zou zonder enige twijfel een erg levendig succes zijn.
Naast de melkerij en het speelplein is de sierlijke inham van de vijver zeer geschikt voor de ontwikkeling van een plonsbad, terwijl een beetje verder, gescheiden door een omheining, een soort van ponton geïnstalleerd kan worden om op de vijver te kunnen roeien. Het zou ook gepast zijn om in deze zone de elektrische verlichting te versterken, hierbij het hele andere rustieke gedeelte van het park onveranderd in de zachte duisternis latend. Het kleine eiland van de vijver, dat qua afmetingen te beperkt is om te worden omgevormd tot een 'Robinson eiland', zou voorbehouden moeten blijven voor watervogels, zwanen en eenden, waarvan een groter aantal aangewezen zou zijn. Het zou ook raadzaam zijn om het bloemendecor van het park en de gazons te verfraaien met enkele hertenkoppels en gazellen...
Zoals u ziet, lijkt deze oplossing gezond en logisch en heeft ze de grote verdienste om naast een kleine recreatieve zone een uitgestrekte 'reservaat' van rust, stilte en kalme rustiek te behouden.
We moeten het niet nalaten, voegt onze lezer eraan toe, om ons Stadspark oordeelkundig te renoveren. Zijn rustieke karakter en poëzie werden ernstig beschadigd door de zijstraat die het doorkruist vanuit de Van Eycklei en waarlangs het autoverkeer loopt. Aanrijdingen, benzinegeur, hectisch verkeer en gevaar voor de spelende kinderen zou makkelijk vermeden kunnen worden. Want als we dan toch bezig zijn, waarom verbreden we dan niet meteen de Van Eycklei met een meter, de Rubenslei van 4 naar 5 meter, de Quinten Metsyslei van 2 naar 3 meter, door de paden die voorbehouden zijn aan ruiters te verwijderen nu de ruiters deze toch niet meer gebruiken? Men zou ook ruime zijwegen kunnen maken waar het drukke verkeer makkelijker tot rust kan komen en van de gelegenheid gebruik kunnen maken om de ongepaste geasfalteerde laan die het mooiste deel van het park doorkruist, te vervangen door een gazon en bloemperken... De verwijdering van het autoverkeer uit het park zou ruimschoots compenseren voor de lichte schade aan het rustieke karakter van het park die het aanbrengen van een recreatieve zone aan de kiosk met zich mee zou brengen...
Er is nog veel meer te doen, maar laten we het hier voorlopig bij houden. We hebben deze suggesties maar vermeld bij wijze van documentatie en in de hoop dat de overheidsinstanties in hun verlangen om goed te doen, hierdoor in algemene zin worden geïnspireerd. Ze komt in de mate van het mogelijke tegemoet aan de noden van de liefhebbers van de zoete mijmeringen in de schaduw van het eerbiedwaardig gebladerte enerzijds en aan de jeugdige drang van het 'oprijzend tarwe' anderzijds, die zon, lucht, spel en lach nodig heeft.
N. Paly.