top of page

Open brief

Schermafbeelding 2022-06-25 om 16_edited_edited.jpg

Vijverzicht met simulatie historisch waterpeil gezien vanuit de grot, 2020 © GA

Antwerpen, 13 december 2021

Open brief aan het stads- en districtsbestuur n.a.v. de opmaak van een herwaarderingsplan voor het Antwerpse Stadspark

 

Geachte burgemeesters en schepenen, dames en heren,

 

In het kader van het klimaatbeleid wordt vandaag onderzocht hoe water vanuit Antwerpen-Noord (gezuiverd Schijn- en/of afvalwater) naar het stadscentrum kan worden geleid. Dat water kan daar een tweede waternet voeden voor divers gebruik. Echt nieuw is het idee niet. Vierhonderd jaar lang werd Antwerpen bevoorraad met water van de Schijn. Het water stroomde via de Herentalsevaart langs de huidige Plantin en Moretuslei naar het stadscentrum.

Met het oog op de herwaardering van het Stadspark werd reeds onderzocht hoe hemel- en grondwater naar de stadsvijver kan worden afgeleid. Een bijkomende watertoevoer vanuit Antwerpen-Noord maakt het evenwel mogelijk om ook de hydrologische functie van de vijver in ere te herstellen. Door de link tussen de stadsvijver en de ruien te vernieuwen, kan de vijver zijn historische rol als waterschakel immers weer opnemen, zij het in een nieuwe vorm: als voeding van het vermelde tweede watercircuit.

 

Deze doorstroming zorgt niet alleen voor een betere waterkwaliteit van de stadsvijver. De combinatie van een regelbaar debiet in Antwerpen-Noord met een in hoogte verstelbare overloop in de ruien, geeft ons ook weer de controle over het waterpeil. Zo kan bij extreme neerslag overtollig water rechtstreeks naar de Schelde worden afgeleid en wordt het eveneens mogelijk het historische waterpeil definitief te herstellen. Deze 'restauratie' zou een verdubbeling van het normaal watervolume tot gevolg hebben.

Daarnaast is de mogelijkheid om het vijverniveau te regelen van groot belang voor de fauna en flora in en om de vijver. Onderzoek wees immers uit dat een periodiek ondiepere waterkolom in bepaalde zones voor een sterke toename in de biodiversiteit zorgt, wat tegemoet komt aan een belangrijke hedendaagse behoefte.

Tot slot zorgt de verscheidenheid aan bronnen die de vijver voeden, meteen ook voor een versterking van het momenteel problematische grondwaterpeil in de omgeving. Dit uiteraard op voorwaarde dat de vijver niet van het grondwater wordt geïsoleerd door een kunstmatige afdichting.

 

De serpentinevijver geldt als een van de belangrijkste bestanddelen van het oorspronkelijke parkconcept. Om dit uniek stukje erfgoed weer ten volle te kunnen beleven is een herstel van het vroegere waterpeil cruciaal. Enkel zo komen oevervegetaties weer langs de waterlijn te staan, wordt het eiland in de vijver als broedplaats voor de watervogels hersteld en kan de grot voor het eerst in bijna honderd jaar, weer deel uitmaken van het hydrologisch systeem. Edouard Keilig (1827-1895), de landschapsarchitect die de grot in 1868 aan de oever plaatste, als 'monding' van de Schijn en ijkpunt voor de waterspiegel, heeft het altijd zo gewild.

 

Dat een onderzoek naar het herstel van een beschermd erfgoed kan bijdragen tot de oplossing voor een breder stedelijk waterprobleem is niet alledaags. De geschiedenis van dit stukje erfgoed leert ons hoe Antwerpen met de restauratie van de vijver de kans heeft om erfgoed, ecologie, leefbaarheid en de klimaatuitdaging met elkaar te verzoenen. Ondergetekenden vragen het stads- en districtsbestuur dan ook met aandrang om deze kans maximaal te benutten. Zo kunnen parkbezoekers straks weer als vroeger genieten van dit zeldzame hoogtepunt in de geschiedenis van onze landschapsarchitectuur en levert deze groene long meer dan ooit een wezenlijke bijdrage tot een biodivers en klimaatrobuust Antwerpen.

 

Hoogachtend,

Dr. Katrien Hebbelinck, docent Landschapsarchitectuur, Erasmushogeschool Brussel

Prof. dr. Ilja Van Damme, director of Centre for Urban History, UAntwerpen

Prof. dr. Koenraad Van Cleempoel, vicedecaan Architectuur en Kunst, UHasselt

Prof. dr. em. Hugo Soly, formal director of the research group HOST, VUB

Prof. dr. Bert De Munck, director of the interdisciplinary Urban Studies Institute, UAntwerpen

Stella Lohaus, directeur LLS Paleis - ruimte voor actuele kunst

Koen Van den Broek, beeldend kunstenaar

Kathleen Weyts, directeur HART magazine

Gert Robijns, beeldend kunstenaar

Dr. Patrick Van Rossem, hoofddocent Kunstgeschiedenis, Universiteit Utrecht

Peter Bernaerts, veilingmeester

Christiaan Ketele, voorzitter Wijkvereniging Klein Antwerpen

Prof. dr. Pieter Uyttenhove, formal director of Labo S, UGent

Prof. dr. Geert Van Hoorick, hoogleraar Centrum voor Milieu- en Energierecht, UGent

Prof. dr. em. Luc Verpoest, KU Leuven

Dr. Bart Tritsmans, Centre for Urban History, UAntwerpen

Koen Van Keer, voorzitter Natuurpunt Stad Antwerpen

Jeroen Olyslaegers, schrijver

Deborah Anné, voorzitter Groot Licht - realisatie duurzame stadsprojecten

Prof. dr. ir. Niko Verhoest, docent Hydrologie en Waterbeheer, UGent

Paul Geerts, hoofdredacteur CG Concept

Luk Naveau en Kristel Sieprath, voorzitters Buurtcomité Stadspark

Prof. dr. ir. Siegfried Vlaeminck, hoofddocent duurzame watertechnologie, UAntwerpen

Jens Verwaerde, voorzitter Natuurpunt Schijnvallei

Prof. dr. ir. Ann van Griensven, hoogleraar Hydrologie, VUB / IHE-Delft Institute for Water Education

Prof. dr. em. Piet Lombaerde, gastprofessor UA, board member ICOFORT (ICOMOS)

Prof. dr. Olga Van Oost, algemeen directeur FARO – Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed, docent VUB

Prof. dr. Herman Van Goethem, Universiteit Antwerpen

Erik Wieërs, Vlaams bouwmeester

Net als de open brief die in 2009 (zie: 150 jaar parkbeheer) mee de aanzet gaf om het Stadspark als monument te beschermen, hopen we met deze brief aan te tonen dat er vandaag een ruim draagvlak bestaat om het historische waterpeil van de stadsvijver in ere te herstellen. Niet alleen omdat deze siervijver een van de belangrijkste bestanddelen vormt van het oorspronkelijke parkconcept en steeds een wezenlijke schakel is geweest in het Antwerpse watersysteem, maar ook omdat een volle stadsvijver van belang is in het tegengaan van zoutintrusie vanuit de Schelde. Dit laatste is niet alleen problematisch voor het groen in de stad, maar zorgt op termijn ook voor de aantasting van de betonnen fundering van gebouwen.

bottom of page