STADSPARK
ANTWERPEN
Park in aanleg
In 1866 begon men met de ontmanteling van het bastion. Na de gemeenteraadsbeslissing van oktober 1867, waarin voor de uitvoering van het tweede ontwerp werd gekozen, gingen de werkzaamheden vrijwel meteen van start. De eerste openbare aanbesteding van Keilig dateert van november dat jaar en heeft betrekking op de modellering van het terrein. De binnenwal werd afgegraven tot op de hoogte van de inplanting van de bomenrijen in het bastion. Met de aarde die hierdoor vrijkwam, kon de kuip op een gelijke hoogte worden gebracht.
De aanleg van het park zou bijna twee jaar duren. Het plan van Keilig dat doorgaans gezien wordt als het in 1867 goedgekeurde ontwerp, dateert in werkelijkheid van 31 juli 1868. Naast de werken in uitvoering toont het ook Keilig's voorstel van een landschappelijk aangelegde parkrand met kronkelende wegen. Het regelmatige, oude tracé van de laanbeplanting van de Promenade Longchamps werd onderliggend aangegeven in potlood.
Edouard Keilig, uitvoeringsplan Stadspark, 31 juli 1868 © Felixarchief
Keilig wilde het oude drevenbestand maximaal integreren in het nieuwe park door de bomen selectief te rooien en te verplanten. Waar nodig diende er aangevuld te worden met aarde en beplanting. Door de directe nabijheid van de stad moest het park afgeschermd worden met een hoge en dichte groene buffer. Achter deze zone zou een oase van rust en groen ontstaan.
Het stadsbestuur ging akkoord met het voorstel en in het voorjaar van 1869 vonden de eerste leveringen van planten voor deze bufferzone plaats. De kern van het park werd het jaar voordien reeds aangeplant. Hierbij is het opvallend hoe vaak Keilig voor exoten kiest. De grote variatie in vorm, kleur en bloeitijden toont zijn grote zin voor detail en in de zomer van 1870 worden de laatste perk- en waterplanten geleverd. Wie de drukke stad achter zich wilde laten, kreeg hiervoor een artistieke wandeling in de plaats, met cultuurhistorische en natuurwetenschappelijke elementen. Zo werd het park voorzien van naambordjes bij de verschillende bomen en enkele standbeelden die in oorsprong de Promenade de Longchamps sierden.
Als bindende schakel tussen park en stad maakte Keilig een plan voor de heraanleg van de Louiza-Marialei. De regelmaat van de cirkelvormige perken van dit ontwerp sluit aan bij de omliggende architectuur, terwijl de asymetyrisch ingeplante boomgroepen de natuurlijke variatie van het park aankondigen. Of om het met de woorden van Van Bever te zeggen: “une entrée en harmonie avec les sites de notre nouveau parc”.
Slingerende rijweg Quinten Matsijslei , 1937 © Felixarchief
Luchtfoto Stadspark 1938 © Felixarchief
Hangbrug Stadspark, foto circa 1870 © Felixarchief
Ontwerp Louiza-Marialei, Keilig 1868 © Felixarchief
Ford Herentals, postkaart 1860 © Felixarchief
De vestinggracht langs de Quinten Matsijslei werd ingekort om het monotone karakter van de waterpartij te doorbreken. Zo kwam de vijver vooral langs de Van Eycklei te liggen, waar er naast een miniatuureiland, ook een hangbrug werd voorzien. De hangbrug had een spanwijdte van 27,50 meter en hing ca. 7 meter boven het wateroppervlak.
Plan overwelving Herentalse Vaart op de hoek van de Van Eycklei en de Quinten Matsijslei (toen nog de avenue De Keyser) als watertoevoer naar de stadsvijver, 1868 © Felixarchief
Ter hoogte van de Loosplaats wordt, naar het ontwerp van Van Bever, de Herentalse Vaart overwelfd. Er komt een kunstmatige rotsformatie met grot op de hoek van de Quinten Matsijslei en de Van Eycklei waarlangs het water van de Schijn de vijver in kan stromen. Behalve het grondwater in de vestinggracht, wordt deze watertoevoer van de Schijn de belangrijkste voedingsbron van de stadsvijver.
Met deze grot voorziet Keilig niet alleen in een monding van de Schijn in de stadsvijver, maar ook in een ijkpunt voor het juiste waterpeil. Daarenboven is de grot is zo georiënteerd dat bij zonsondergang het licht tot in de grot kan schijnen. (zie: van bastion tot park)
Watertoevoer Herentalse Vaart via grot, stereofoto © GA
Zicht Plantin en Moretuslei met Herentalse Vaart thv Provinciestraat, foto © GA
Via de Brouwersbuis wordt het water van de vijver via de Maria-Theresialei, de Frankrijklei en de Italiëlei noordwaarts naar het Brouwers- of Waterhuis geleid. Bij graafwerken naar aanleiding van de bouw van Grand Café Capital werden er nog restanten van deze buis gevonden.
Een tweede connectie tussen stadsvijver en ruien werd voorzien aan de kant van de Van Eycklei. Hier werd het water via een overloop aan de Rubenslei afgeleid naar de Maria-Henriëttalei en de ruien op het Blauwtorenplein. Van daaruit stroomde het water via de Wapper weg naar de Schelde.
Plan met aanduiding waterafvoer stadsvijver via de Rubenslei en de Marie-Henriëttalei, richting Blauwtorenplein © Felixarchief
Plan met aanduiding waterafvoer (Brouwersbuis) via Rubenslei richting Brouwershuis 1868 © Felixarchief
Pas in 1875 wordt er begonnen met de bouw van een muziekkiosk naar het ontwerp van stadsarchitect Pieter Dens. Zoals voorzien in het plan van Keilig wordt de kiosk in de hoek van de Quinten Matsijslei en de Rubenslei geplaatst. De kiosk heeft een kelder die gebruikt zal worden door de groendienst.
Er komen ook 64 kandelabers in het park te staan en in 1879 wordt er, eveneens naar het ontwerp van Dens, een hovenierswoning in het park gebouwd die wat dichter bij de hoofdingang aan de Rubenslei wordt geplaatst. Deze wordt in 1933 verbouwd tot drinksalon De Melkerij met groot terras en speeltuin. (zie: park in volle glorie)
Pieter Dens, kiosk, gebouwd in 1875, postkaart © GA
Pieter Dens, plan hovenierswoning, Pieter Dens, circa 1879 © Felixarchief