STADSPARK
ANTWERPEN
Stand van zaken
Door de corona-maatregelen kon er geen officieel moment georganiseerd worden voor de opening van de Keiligbrug. Op 18 december 2020 werd de hangbrug opnieuw opengesteld voor het publiek. De hangbrug is gemaakt van smeedijzer en werd voltooid in 1869. Ze heeft een lengte van 27,5 meter en is aan de uiteindes afgewerkt met een kunstmatige rotspartij. Voor de restauratie werden de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
-
Het brugdek, de vloerplanken en de dwarsliggers werden hersteld en waar nodig vervangen.
-
Het hout kreeg een behandeling tegen verrotting.
-
Het smeedijzer onderging reinigings-, herstellings- en schilderwerken.
-
Wortels van bomen en struiken aan de brughoofden hebben de rotspartijen en het metselwerk aangetast. De bomen zijn bovendien niet goed ingeworteld waardoor de stabiliteit van de rotsen en de bomen zelf in gevaar komt. De groendienst verwijdert daarom alle begroeiing op die locaties.
Ook de toestand van de rotsblokken onder en rond de brug is in kaart gebracht. Stukken die niet in orde waren en dreigden te vallen, werden weggehaald door Monumentenwacht. Deze werken worden in een volgende fase verdergezet en waar nodig zullen de rotsen vervangen worden door nieuwe stukken. De kost hiervan wordt geraamd op 409.000 euro. De stad diende hiervoor een subsidieaanvraag in bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid, waardoor 60% van de kosten worden gedekt. Voor de overige 40% werd een projectrekening geopend door vzw Herita waarop vrije giften kunnen worden overgemaakt. Wie een bijdrage wil leveren vindt alle info hierover op: https://www.antwerpenmorgen.be/projecten/stadspark/over
Gerestaureerde Keiligbrug, december 2020 © Studio GA
Conclusie
Hoewel de aanleiding voor het idee van een spooraquaduct de restauratie van het oorspronkelijke waterpeil van de stadsvijver was, blijkt het herstel van deze historische link tussen de Schijn en de stadsvijver, tal van andere voordelen te hebben voor het Antwerpse watersysteem. Zo kunnen langs dit traject ook andere parken van water worden voorzien en kan een noordelijke vertakking zelfs voor een waterloop doorheen Park Spoor Noord zorgen.
Bovendien zorgt de grote diversiteit aan bronnen in Antwerpen-Noord (Schijn/effluent/hemelwater R1) voor een quasi onuitputtelijk watervolume dat garant staat voor een continu debiet richting binnenstad. Daardoor kan ook de oude functie van de stadsvijver als schakel in het Antwerpse watersysteem worden hernieuwd, waardoor een tweede, laag kwalitatief, waternet in de ruien, kan worden gevoed met water uit de stadsvijver.
Mogelijke aftakkingen watertoevoer Stadspark met aanduiding ruien en premetro voor mogelijke ontwikkeling grijswaternetwerk, 2018 © Studio GA
Bijna 400 jaar lang werd Antwerpen bevoorraad met drinkwater van de Schijn. Het water van de Schelde is immers brak omdat de Schelde een getijdenrivier is. Vandaag haalt de Antwerpenaar zijn drinkwater uit het Albertkanaal. Zo drinkt hij via een 130 km lang rietje water van de Maas. In periodes van extreme droogte, wanneer het waterpeil van de Maas te laag staat, wordt de watertoevoer naar het Albertkanaal tijdelijk afgesloten. Tegelijk worden in Antwerpen-Noord, ter hoogte van het Sportpaleis, miljoenen liters zoet water, via de dokken en het Albertkanaal, weggepompt naar de Schelde. Gemiddeld laten we hier dagelijks circa 203.000 m³ zoet water onbenut wegstromen. Zowel het oppervlaktewater van de rivier de Schijn (gemiddeld 129.000 m³/d), als het gezuiverd rioolwater of effluent van het zuiveringsstation (gemiddeld 63.000 m³/d) en het hemelwater van de Antwerpse Ring (gemiddeld 11.000 m³/d), stromen hier dagelijks weg richting Noordzee.
Door een fractie van dit water (3000 à 5000 m³/d) af te leiden naar de binnenstad, kunnen we parken irrigeren, vijvers en fonteinen van water voorzien en nog voldoende water overhouden voor andere types van watergebruik. Want hoe meer grijswater er beschikbaar is in de binnenstad, hoe groter het drinkwatervolume dat er potentiëel kan worden bespaard.
(Ter illustratie: 20% van ons drinkwaterverbruik wordt benut voor toiletdoorspoeling. Met een debiet van 2000 m³/d kan je in het toiletverbruik van een 150-tal Antwerp-towers voorzien of zo'n 29.000 gezinnen. Zie: benuttingspotentiëel)
In het kader van de aanleg van het, eerder vermelde, tweede waternet wordt vandaag onderzocht hoe, naast het benutten van hemel- en bemalingswater, ook de bronnen aanwezig in Antwerpen-Noord, kunnen bijdragen tot het voeden van dit alternatieve waternet. Met een spooraquaduct, een persleiding die langs en op de spoorzate loopt, kan water naar de binnenstad worden geleid, zonder dat hiervoor de halve stad moet worden opgebroken. Door maximaal gebruik te maken van de bestaande infrastructuur kan de Antwerpse binnenstad dus op relatief eenvoudige wijze verzekerd worden van een bijkomende watertoevoer.
Een spooraquaduct is een technisch haalbare en betaalbare oplossing die een belangrijke bijdrage kan leveren tot het circulair maken van het Antwerpse watersysteem. Want door gezuiverd rioolwater- en oppervlaktewater (effluent RWZI/Schijn) te hergebruiken, kan de verspilling van kostbaar drinkwater worden vermeden. (zie: pers: artikel M&L)
In de cascade van maatregelen die men neemt om onze stad meer waterrobuust te maken, is de belangrijkste maatregel uiteraard spaarzaamheid. Spaarzaamheid, niet enkel met drinkwater, maar met alle types van water. Retourbemaling en de ontharding van de bodem in de Antwerpse binnenstad zijn enkele voorbeelden van maatregelen waarmee de verspilling van water wordt vermeden. Maar gelet op de droogteproblematiek is een extra watertoevoer vanuit Antwerpen-Noord onontbeerlijk indien we onze stad leefbaar willen houden en de waterbeschikbaarheid willen garanderen. Vandaag draaien we tijdens hete zomerdagen de Antwerpse fonteinen immers dicht om de verspilling van kostbaar drinkwater tegen te gaan.
In extremis zouden we zout of brak water ook kunnen ontzilten, maar dit is een dure en weinig duurzame maatregel. In Israël, een land dat erg investeerde in ontzilting, werd in de eerste plaats ingezet op waterrecuperatie (90%). Geen land ter wereld doet beter. Op de tweede plaats volgt Spanje met 19% van het drinkwater dat wordt gerecupereerd. Omdat we ons in dit tot voor kort regenachtige land, onvoldoende realiseerden dat er hier per hoofd gemiddeld minder water beschikbaar is dan in Spanje of Portugal, staan we vandaag ergens onderaan in deze rangschikking.
Aqueduct Water Risk Atlas, Screenshot waterstressmap, 2019 (zie: https://www.youtube.com/watch?v=343GZO83jy0 )
Bovendien is Antwerpen is door zijn ligging een soort eiland dat wordt drooggepompt door de Ring. Uit een droogtestudie die Antwerpen in 2019 liet uitvoeren, blijkt daarenboven dat het sluiten van de R1 er op termijn voor zal zorgen dat de grondwatertoevoer vanuit het noorden (1073 m3/dag) wordt afgesneden. (zie: spooraquaduct) Dat de resterende grondwatervoeding (gemiddeld 3300 m3/d) maximaal moet worden behouden spreekt voor zich. Maar het is ook duidelijk dat indien je via een persleiding eenzelfde hoeveelheid water naar de binnenstad kan afleiden, het onverstandig zou zijn om deze mogelijkheid onbenut te laten.
Hiermee versterk je niet alleen het momenteel problematische grondwaterpeil in de omgeving van het Stadspark, maar voorkom je ook zoutintrusie vanuit de Schelde. Dit laatste is niet alleen problematisch voor het groen in de stad, maar zorgt ook voor de aantasting van de betonnen fundering van gebouwen. (zie: bodeminfiltratie)
Droogtestudie: Stand van zaken, mei 2019 © Stad Antwerpen
De Antwerpse stadsvijver maakt deel uit van een waterstructuur die in het Waterplan, een studie naar de Antwerpse waterhuishouding, wordt omschreven als de zone Parkenwig. Deze zone kan zo worden ingericht dat er een hemelwatercascade richting stadsvijver ontstaat. Door de oude verbinding tussen de stadsvijver en de ruien te herstellen, kan het overtollige water, via de binnenstad, naar de Schelde worden afgeleid. Daardoor blijft bij hevige regenval de noodzakelijke ontlasting van het rioleringsnet behouden. Via deze connectie kan op eenvoudige wijze ook het tweede waternet onder de binnenstad worden gevoed.
Dit alles is geen nieuwigheid. De stadsvijver is van oudsher altijd een belangrijke schakel geweest in het Antwerpse watersysteem. Al sinds de 15de eeuw werd het water van de Schijn via de Herentalse Vaart, vanuit Wommelgem en langs de Plantyn en Moretuslei, afgeleid naar de binnenstad. Later stroomde het water de stad in via de vestinggracht van de Lunet Herentals. Dit vooruitgeschoven driehoekig bastion van de Spaanse omwalling werd in 1867 door landschapsarchitect Edouard Keilig omgetoverd tot een stadspark met sierlijke waterpartij.
Aan de oever van de vijver, ter hoogte van de Loosplaats, plaatste Keilig een kunstmatige rotsformatie met grot, waarlangs het water van de Schijn de vijver in kon stromen. Met deze grot voorzag hij meteen ook in een ijkpunt voor het waterpeil van de vijver (3,90 m TAW, zie: stand van zaken). Vanuit de vijver liepen er twee buizen naar de binnenstad. Eén via het Blauwtorenplein naar de ruien, een andere, de Brouwersbuis, liep naar het Water- of Brouwershuis.
Potentieel afstromingsgebied dat afgekoppeld kan worden op de Ruien, afbeelding Waterplan Antwerpen, p.81, oktober 2019 © De Urbanisten
Oorspronkelijk waterpeil stadsvijver (A) en vijver bij normaal grondwaterpeil (B), 2018 © Studio GA (afbeelding wateroppervlak naar analogie met afbeelding in Landschapsbeheersplan Stadspark Antwerpen, zie: bronnen.)
Het dempen van de Herentalse vaart in 1931 zorgde ervoor dat het waterpeil van de vijver langzaamaan begon te dalen tot op het niveau van het grondwaterpeil. Sinds de jaren '60 zorgde het pompen aan de Antwerpse Ring voor een bijna halvering van het watervolume van de stadsvijver. Daardoor raakte het orginele vijverconcept misvormd.
Door naast hemel- en bemalingswater ook een extra watertoevoer vanuit Antwerpen-Noord (Schijn/effluent) naar de stadsvijver te voorzien, zou de vijver voor het eerst in bijna 100 jaar opnieuw zijn oorspronkelijke waterpeil kunnen bereiken. Hierdoor kan het eiland als broedplaats voor de watervolgels worden hersteld, komt de oeverbeplanting terug langs de historische waterlijn te staan en wordt de grot opnieuw tot 'monding' van de Schijn in de stadsvijver.
Hoewel men bij de opmaak van het Erfgoedbheerplan voor het Stadspark nog uitging van de onhaalbaarheid van het herstel van het oude waterpeil, is het beheerplan duidelijk over het feit dat de realisatie van het orginele vijverconcept moet worden nagestreefd, indien dit in de toekomst mogelijk zou zijn:
- Indien zich in de toekomst mogelijkheden voordoen die kunnen bijdragen aan het duurzaam verhogen van het waterpeil, deze mogelijkheden optimaal worden benut. (p.62)
- Indien herstel van het watersysteem in de toekomst aan de orde komt, wordt de overkluisde watergang onder de grot opnieuw deel gemaakt van het hydrologisch systeem. (p.69)
Met de opmaak van het herwaarderingsplan voor het Stadspark hebben we dus de unieke kans om zowel een beschermd erfgoed in ere te herstellen, zijn oude functie als schakel in de Antwerpse waterhuishouding te hernieuwen en er in één tijd voor te zorgen dat er op termijn voldoende water beschikbaar is voor parken, vijvers, fonteinen en andere types van watergebruik in de Antwerpse binnenstad.
Daarenboven zorgt het herstel van het historisch waterpeil van de stadsvijver en de hiermee gepaard gaande verdubbeling van het watervolume, ook voor extra verkoeling in het park tijdens de hete zomerdagen. Iets wat de leefbaarheid van onze stad ten goede komt.
Hopelijk kunnen parkbezoekers straks weer als vroeger genieten van dit zeldzame hoogtepunt in de geschiedenis van onze landschapsarchitectuur en levert deze groene long meer dan ooit een wezenlijke bijdrage tot een klimaatrobuust Antwerpen.